Entreegebieden – uitdagingen bij de planning en oplossingen
De juiste planning van entreegebieden is een uitdaging voor planners en architecten. Want alle concepten moeten niet alleen overeenstemmen met de voorstellingen en wensen van de opdrachtgever, maar eveneens aan alle eisen van de wetgever aan brandveiligheid, vluchtroutes of barrièrevrijheid. Welke oplossingen in aanmerking komen voor deze en verdere uitdagingen, wordt uitgelegd door Dipl.-Ing.(FH) en vrije architect Erik Schaufelberger van Schaufelberger Architekten en Thomas Lehnert, Business Solutions Manager bij GEZE, in het interview.
Wat zijn de typische eisen bij de planning van entreegebieden, waaraan planners en architecten moeten voldoen?
De vrije architect Erik Schaufelberger ontwikkelt o.a. gebouwen voor de industriële bouw, sociale huisvesting en verzorgingstehuizen. © GEZE GmbH
Erik Schaufelberger: Op de eerste plaats moeten we ons bij de planning altijd afvragen: Hoe wordt het gebouw gebruikt? Is het 24 uur per dag geopend of slechts op beperkte tijden? Hoeveel personen gebruiken dagelijks het entreegebied? En komen deze personen allemaal tegelijk of verdeeld over de dag?
Thomas Lehnert: Juist, want afhankelijk van het aantal personen en de mensenstromen wordt besloten welk type deur geschikt is. Wanneer bijvoorbeeld 500 personen in één keer uit een trein stappen en door een tourniquet naar buiten willen gaan, functioneert dat niet. Hier is een schuifdeur nodig of minstens een automatische draaideur. Bovendien is het belangrijk om te weten welke mensen het gebouw zullen gebruiken. Kinderen of personen met rollators, rolstoelen en andere lichamelijke beperkingen hebben speciale behoeften met betrekking tot barrièrevrijheid. Of als de deur ook als goedereningang wordt gebruikt, waar doorheen de pakketdienst leveringen van grote afmetingen brengt, moet de deur van bepaalde afmetingen zijn. Een verder aspect zijn vluchtroutes.
Vluchtroutes en barrièrevrijheid zijn door wettelijke specificaties geregeld en vaak zeer complex. Welke oplossingen zijn er daarvoor?
Thomas Lehnert: In principe voldoen al onze deuren – draaideur, schuifdeur of tourniquet – aan de wettelijke specificaties. Er zijn echter deuren en deursystemen die meer of minder geschikt zijn. Naast de gebruikersgroepen en de te verwachten mensenstroom moeten planners ook de desbetreffende specificaties van de wetgever en de plaatselijke autoriteiten in acht nemen. Onze tourniquets voldoen bijvoorbeeld met de variant Breakout aan de eisen van vluchtroutes. Niettemin hebben ze daarvoor alleen de algemene geschiktheid, de goedkeuringverklaring in het gebouw moet door de desbetreffende bouwinstanties ter plaatse verkregen worden.
Erik Schaufelberger: Barrièrevrijheid is bij onze opdrachtgevers, die vaak uit de publieke sector komen, heel erg belangrijk. Wij moeten er dus bijna altijd aan denken, dat er genoeg bewegingsoppervlakken en mogelijkheden gecreëerd worden, zodat personen met lichamelijke beperkingen en hun hulpmiddelen zoals rolstoel of rollator de deuren zowel kunnen bedienen als gebruiken. Een tourniquet bespaart met de windvang en kan met een draaideur gecombineerd worden om aan de eisen van de barrièrevrije bruikbaarheid te voldoen.
Hier komt u te weten hoe u multifunctionele deuren veilig plant
Barrièrevrijheid is bij onze opdrachtgevers, die vaak uit de publieke sector komen, heel erg belangrijk.
Erik Schaufelberger, vrije architect, Dipl.-Ing.(FH)Met lage kroon en smal profiel, voor uitstekend design. © GEZE GmbH
Leveren tourniquets dan voordelen op wat betreft duurzaamheid en energie-efficiëntie van gebouwen?
Thomas Lehnert: Dat in ieder geval. Onze Revo.PRIME is bijvoorbeeld door de nieuwste aandrijftechniek bijzonder energiebesparend. Hij verbruikt, in vergelijking met het voorgangermodel, ongeveer 30% minder energie. Maar ook heel algemeen genomen kan men zeggen dat tourniquets een voordeel zijn voor de duurzaamheid. Ze houden de directe toegang tussen binnen en buiten altijd gesloten. Er wordt dus geen warmte uitgewisseld, wanneer gebruikers het gebouw betreden of verlaten. In tegenstelling tot andere deuren is daarvoor ook geen windvang nodig. Tocht is uitgesloten, vuil, wind, lawaai en dergelijke blijven buiten. Tegelijkertijd scheppen deze aspecten meer comfort voor het entreegebied. Ze hebben evenwel vanwege de gebogen glazen een tamelijk ongunstige U-waarde, die echter op zijn beurt in de totale beschouwing van de gevel van grotere gebouwen niet zozeer van belang is. Het oppervlakteaandeel van een tourniquet in vergelijking met het oppervlak van de totale gevel is relatief klein, misschien 1 of 2 procent. De vergelijkenderwijze slechte U-waarde van het bouwelement deuren is dus nauwelijks van belang, het effect van de deur op de U-waarde in totaal is verwaarloosbaar klein.
Erik Schaufelberger: Dat klopt. De wetgever specificeert grenswaarden die voor de gesloten gebouwschil gelden. Maar deuren zijn er nu eenmaal voor, er doorheen te gaan, in zoverre heeft de hele problematiek rondom de U-waarde voor deuren naar mijn mening slechts beperkt zin. Desalniettemin: het warmteverlies van binnen naar buiten kan een tourniquet beter opvangen dan een draaideur of ook dan een schuifdeur met windvang.
De nieuwe Revo.PRIME is ondanks zijn grootte en zware gewicht duurzaam wat de energiekosten betreft. © GEZE GmbH
Als planners nu dus vooral energie-efficiënte gebouwen willen of moeten bouwen: is een tourniquet zoals de Revo.PRIME dan aan te bevelen? Of is eerder een ander deursysteem zinvol?
Thomas Lehnert: Daarop is geen vast antwoord mogelijk, maar men moet altijd het desbetreffende gebouwgebruik in beschouwing nemen. Een tourniquet is voor een hoge bezoekersfrequentie altijd zinvol, omdat door de draaibeweging en afscherming tussen binnen en buiten het energieverlies in het entreegebied duidelijk gereduceerd kan worden. Daarin is geen enkel ander deursysteem beter, dat is gewoon het grote voordeel van een tourniquet. Deze heeft evenwel geen zin bij bijvoorbeeld vijf maal gebruik op een dag, dan adviseren wij een smalle - en meer voordelige - draaideur. Maar voor een winkelcentrum, hotel of voor kantoorgebouwen met hoge frequentie is een tourniquet duidelijk energie-efficiënter. Duurzaam is de Revo.PRIME juist ook bij de energiekosten van de deur zelf: dankzij zijn nieuwe aandrijftechniek beweegt deze zich op het niveau van een schuifdeur, en dat ondanks zijn grootte en het zware draaikruis.
Trefwoord mensenstroom: welke factoren spelen hier typisch gezien een rol?
Thomas Lehnert: Al naar gelang de focus moet dan het juiste type deur worden uitgezocht. Als er bijvoorbeeld mensen van de zijkant komen, moet een tourniquet iets gedraaid worden, zodat zijn opening bij de loopweg past en de veiligheidssensoren niet continu geactiveerd worden. Als een deur reeds in ingebouwd, maar gewoon niet optimaal, bijvoorbeeld niet met de beste hoek, zijn er maatregelen om het probleem op te lossen: men moet eventueel de sensoren opnieuw instellen. Als alternatief zou men, als de situatie ter plaatse dat toelaat, ook naast de tourniquet nog een draaideur kunnen inbouwen, om knelpunten op te lossen.
Tourniquets zorgen voor een voordeel wat duurzaamheid betreft. Ze houden de directe toegang tussen binnen en buiten altijd gesloten. Er wordt dus geen warmte uitgewisseld, wanneer gebruikers het gebouw betreden of verlaten.
Thomas Lehnert, Business Solutions Manager bij GEZEThomas Lehnert, Business Solutions Manager bij GEZE, is onze deskundige voor tourniquets. © GEZE GmbH
Veiligheidssensoren zijn zeker een zinvolle en noodzakelijke voorziening. Maar wees eerlijk, het kan tamelijk op de zenuwen werken, als de deur continu ongewild stil blijft staan…
Thomas Lehnert: Dat klopt! Dat gebeurt helaas vaak, omdat de sensoren niet goed of niet passend bij de gebruikssituatie zijn ingesteld. Ook hier is onze nieuwe Revo.PRIME de probleemoplosser. Deze heeft met 1.000 nanometer een hoog draaimoment. Dat zorgt ervoor dat de deur snel en sterk stopt – maar ook snel weer opstart. Het voordeel: daardoor kunnen de sensoren zo ingesteld worden dat ze een klein detectiegebied hebben. Juist wanneer grotere groepen mensen door de deur gaan, is dat een voordeel, aangezien de sensoren niet zo snel geactiveerd worden. Als de deur toch een keer stopt, dan draait de Revo.PRIME verder, om de mensenstroom niet te belemmeren, zodra de persoon het sensorgebied weer verlaten heeft. De deur loopt dus soepeler, sneller en heeft de neiging minder onbedoelde stops te maken. Bovendien is hij met nieuwere, op laser gebaseerde sensoren uitgerust, die qua techniek minder gevoelig zijn voor storingen, omdat ze geen invloed ondervinden van natheid, zonnestraling of ondergronden. Dat maakt de werking dus over het algemeen minder gevoelig voor storingen.
Hoe verloopt dan het proces van de productselectie? En vanaf wanneer moeten deskundigen voor ingangssituaties erbij betrokken worden?
Erik Schaufelberger: Welk product en in welke grootte, dat wordt pas relatief laat na de bouwvergunning besloten. Bovendien wordt alleen ingebouwd, wat wij reeds in prestatiefase 2 of 3 gepland hebben. Dat gebeurt dan meestal in fase 5, de uitvoeringsplanning, en in de uitvoering. De beslissing over wat ingebouwd wordt, hangt in feite af van wat wij ontwerpen: wanneer wij een tourniquet op een punt correct vinden, is het belangrijk dit advies al in de ontwerpplanning aan de aannemer te presenteren.
Thomas Lehnert: Dat zou dan ook het geschikte moment zijn om deskundigen als wij van GEZE erbij te betrekken: zodra het eerste ontwerp, het eerste idee van het gebouw bestaat. Helaas worden wij vaak pas aan het einde erbij betrokken, wanneer al over het deursysteem besloten is. Dan kunnen we niet veel advies meer geven, maar alleen nog de installatie situatie en de instelling van de sensoren optimaliseren. Het beste is daarom, ons erbij te betrekken, nog voordat de aanbesteding wordt opgesteld of gepubliceerd. Ik kan planners en architecten alleen adviseren om vroegtijdig het advies van deskundigen in te winnen en gebruik te maken van onze ervaring en competentie!